Zaaien

Planten vermeerderen zichzelf op geslachtelijke wijze door middel van zaaien. Deze vorm van voortplanting wordt ook wel generatieve vermeerdering genoemd. Planten kunnen echter ook ongeslachtelijk, ofwel vegetatief, worden vermenigvuldigd. Meer daarover vindt u op de pagina Vermeerderen.

Kunnen alle planten worden gezaaid?

Zaaien is een geslachtelijke methode van planten om zichzelf uit te breiden. Dat betekent dat er mannelijke en vrouwelijke voortplantingsorganen nodig zijn om het zaad te vormen. Vaak verenigen planten beide organen in zich. Zij kunnen aan zelfbestuiving doen. Maar er zijn ook planten die stuifmeel van andere planten nodig hebben om vruchtbaar zaad te kunnen ontwikkelen. In dat geval is kruisbestuiving noodzakelijk. Overigens is ook bij zelfbestuivers kruisbestuiving mogelijk.

Planten die uit zaad voortkomen dragen een combinatie van erfelijke eigenschappen in zich. Zeker als er kruisbestuiving heeft plaatsgevonden kan deze mix van genetisch materiaal tot een plant leiden die er anders uitziet. De bloemen kunnen bijvoorbeeld een andere kleur hebben. En daar hebben we dan meteen het nadeel van zaaien. Je weet, als je zelf zaad verzameld hebt, vaak niet wat je krijgt. Zeker als er sprake is van hybride rassen, ontstaan door het toepassen van kruisbestuiving tussen verschillende soorten, heeft zaad verzamelen weinig zin. De nakomelingen zullen niet meer alle goede eigenschappen die de ouderplant in zich verenigde, bevatten. Anders is dat bij zaadvaste planten. Zij zijn door langdurige, natuurlijk selectie ontstaan en kunnen daarom wel goed gezaaid worden.

Zaaien in de volle grond

Bij het zaaien dient met een aantal dingen rekening te worden gehouden. In de eerste plaats hebben de zaden een bepaalde temperatuur nodig om te kunnen ontkiemen. Vaak kan er pas worden gezaaid als de grond enigszins is opgewarmd. Er zijn echter ook zaden die alleen ontkiemen als er een periode van koude of vorst overheen is gegaan. Op de verpakking van het zaad staan meestal de vereiste zaaitemperaturen vermeld.

Voordat er kan worden gezaaid zal bovendien het zaaibed zorgvuldig moeten worden voorbereid. De grond moet los en kruimelig zijn om een goede ontkieming te bewerkstelligen. Mest mag vlak voor het zaaien niet meer worden opgebracht. Compost kan wel, maar alleen als die volledig verteerd, ‘rijp’, is. De zaden kunnen vervolgens in voren, of gewoon over het zaaibed worden uitgestrooid. Voren zijn handig bij een moestuin. De groenten komen netjes in rijen op zodat er goed onkruid kan worden gewied. Voor zoiets als een bloemenweide zijn voren uiteraard niet nodig.

De mate waarin zaden met grond moeten worden afgedekt is verschillend. Meestal hoeft er niet meer grond over dan de dikte van het zaad zelf. Er zijn echter uitzonderingen. Lichtkiemers, die licht nodig hebben om te ontkiemen, mogen soms zelfs helemaal niet worden afgedekt.

Voorzaaien

De zaaidatum kan vaak een aantal weken worden vervroegd door binnen, in potjes of bakken voor te zaaien. Vooral als de zaden lang doen over de ontkieming kan dit handig zijn. Niet alle planten zijn echter geschikt voor deze methode. Zo houden planten met lange penwortels niet van verplanten.

Voor de andere planten geldt dat ook weer niet te vroeg moet worden voorgezaaid. Ze worden al snel te groot voor hun bakje en moeten dan naar buiten kunnen. Als de planten te dicht op elkaar in een bak staan ontwikkelen ze namelijk lange dunne stengels. Zodra de blaadjes elkaar beginnen te raken zullen de plantjes daarom moeten worden ‘verspeend’. Dat betekent dat ze worden overgeplant naar een andere bak of pot waar ze meer groeiruimte hebben. Extra voordeel van dit verplanten is dat ze een goedvertakt wortelgestel ontwikkelen.

Voordat de planten in de tuin worden gezet, moeten ze eerst worden afgehard. Dat betekent dat je ze langzaam laat wennen aan het klimaat buiten. Zet ze bijvoorbeeld op een beschutte plek buiten en vermijd fel zonlicht. Haal ze bij slecht weer en koude nachten binnen. Na een paar weken kunnen de planten dan de grond in.