Verspreiden van zaden

Wat gebeurt er als je niks zaait in je schooltuin? Dan komen er toch planten op! Planten kunnen namelijk heel goed zelf zaaien. Daar hebben ze allemaal handige trucjes voor bedacht. Soms komen hun zaden meters of zelfs kilometers verderop terecht. En dat is maar goed ook. Als alle planten op dezelfde plek groeien, zitten ze elkaar maar in de weg. Hieronder lees je hoe zaden op andere plekken terechtkomen.

Vleugels en parachuutjes

esdoornzaad Sommige planten geven hun zaden een klein parachuutje mee. Kijk maar eens goed naar een uitgebloeide paardenbloem. Dat is een enorme pluizenbol. Als het waait laat het pluis los. Dan zweven er ineens zo’n 200 zaadjes door de lucht, elk aan een klein pluisje. (Zie het filmpje links.) Bomen maken ook wel eens gebruik van de wind. De zaden van de esdoorn hebben bijvoorbeeld een soort vleugeltjes. Als ze van de boom losraken dwarrelen ze als helikoptertjes naar beneden.

Drijvende zaden

palmboom Veel planten die in of langs het water groeien, laten hun zaden gewoon in het water vallen. Die zaden zijn namelijk zo gemaakt dat ze als een bootje blijven drijven. Zo kunnen ze een heel eind van de plant wegdobberen. Op een mooi plekje blijven de zaden steken en groeien er nieuwe plantjes op. De gele lis doet het bijvoorbeeld zo. Maar ook de palmboom! Kokosnoten die in zee vallen worden soms honderden kilometers meegevoerd.

Kleverige zaden

klit Zitten er wel eens stekelige bolletjes aan je broekspijpen? Of kleven ze in de vacht van je kat of hond? Dat zijn zaden van de klit. De zaadbolletjes hebben weerhaakjes (net als een vishaakje) die overal aan blijven hangen. Als er zo’n bolletje aan je broekspijp zit, help je de plant met zaaien. Want bij elke stap die je zet, vallen er zaden op de grond.

Katapulten

springbalsemien Er zijn planten die hun zaden wegschieten. De reuzenbalsemien doet dat bijvoorbeeld. De zaadjes van deze plant zitten in een vruchtdoosje. Dat doosje werkt als een soort katapult. Als je het aanraakt klapt het doosje open en schieten de zaden een heel eind weg.

Smakelijke hapjes

eekhoorn Vogels zijn gek op vlier- en lijsterbessen. Ze eten de bessen op maar kunnen de zaden die erin zitten niet verteren. Die komen er dus gewoon weer uit. De zaadjes zitten dan niet meer in een bes maar in een poepje. Dat is vruchtbare mest waar de plantjes goed van kunnen groeien! Eikels en beukennootjes worden ook door dieren gegeten. Eekhoorntjes verzamelen de noten en verstoppen ze in het bos. Dan hebben ze een lekker voorraadje in de winter. Maar ze vinden niet alle noten terug. En daar groeien in de lente dan weer nieuwe planten uit.

Wist je dat?

mierenbrood Aan sommige zaden zit een speciaal mierenbroodje. Mieren verslepen de zaden met zo’n voedzaam hapje naar hun hol. Daar eten ze de broodjes op. De zaden worden weer naar buiten gegooid. Zo zijn de mieren dus eigenlijk aan het zaaien.

toon extra informatie voor docenten

verberg extra informatie voor docenten

Informatie voor docenten

De manieren waarop planten hun zaden verspreiden kunnen in een aantal categorieën worden onderverdeeld, gebaseerd op de hulpmiddelen die ze daarbij gebruiken. Natuurlijke verspreiding kan plaatsvinden door:

  1. de wind (anemochorie). Sommige zaden zijn zo fijn dat ze makkelijk worden meegevoerd door de wind, het zogenaamde stofzaad. Andere zaden hebben een speciale uitrusting gekregen om door de wind gedragen te kunnen worden.
  2. het water (hydrochorie). Hieronder vallen zaden die zo zijn aangepast dat ze blijven drijven en niet vergaan als ze lange tijd in het water liggen.
  3. dieren (zoöchorie). Denk bijvoorbeeld aan bessen die door vogels worden gegeten of noten die door dieren worden verzameld en vervolgens niet worden teruggevonden. Ook de zaden die blijven kleven aan een vacht kunnen tot deze categorie worden gerekend.
  4. de plant zelf (autochorie). Sommige planten schieten hun zaden weg. Andere hebben een systeem ontwikkeld waarbij de zaden uit het omhulsel worden gedrukt.

Er zijn nog allerlei subcategorieën en onderverdelingen van deze verspreidingsmethoden. Kijk voor meer informatie bijvoorbeeld op Wikipedia.