Bestrijding

Als je planten goed verzorgt zijn ze sterk. Ze worden dan niet zo snel ziek en hebben minder last van vraatzuchtige dieren. Maar soms heb je gewoon pech. Dan zitten je bonen ineens toch helemaal onder de bladluizen. Of de sla is half opgegeten. Wat moet je dan doen?

naaktslak Eerst moet je natuurlijk zeker weten waar de plant last van heeft. Ga daarbij als een detective te werk. Bekijk de plant van dichtbij en zoek naar aanwijzingen. Naaktslakken laten bijvoorbeeld glinsterende spoortjes achter. Luizen verstoppen zich vaak op de onderkant van een blad. En zie je vlekken op de bladeren? Dan is de plant misschien wel ziek geworden door een schimmel.

Als je weet wat de plant heeft kun je maatregelen nemen. Gebruik niet meteen een spuitbus met een chemisch middel. Het is vaak erg giftig spul waarmee je ook dieren doodt die niet schadelijk zijn voor je planten. Ook voor jou is het gevaarlijk! Schakel daarom altijd een volwassene in, als spuiten echt nodig is. Kies daarbij voor een natuurvriendelijk middel. Dat is minder schadelijk voor het milieu.

lieveheersbeestje Spuiten met gif is lang niet altijd nodig. Veel dieren hebben namelijk natuurlijke vijanden. Luizen worden bijvoorbeeld opgegeten door oorwurmen en lieveheersbeestjes. Er zijn zelfs bedrijven die lieveheersbeestjes verkopen. Vooral in kassen werkt dit goed. De kevers kunnen dan niet wegvliegen. In de schooltuin kun je lieveheersbeestjes lokken door plekken te maken waar ze graag zitten. Onder hoopjes bladeren bijvoorbeeld.

Wist je dat?

Naaktslakken zijn erg stiekem. Ze eten vooral ’s nachts van sappige planten, zoals sla. Overdag zie je ze bijna niet. Toch kun je ze vrij makkelijk vangen. Leg een plank of omgekeerde dakpan tussen de aangevreten planten. De volgende dag zitten de slakken daar allemaal onder te schuilen. Betrapt!

kruipende slak

toon extra informatie voor docenten

verberg extra informatie voor docenten

Informatie voor docenten

Plagen en ziekten kunnen uiteraard beter worden voorkomen dan bestreden. Een goede verzorging van planten door de bodemkwaliteit te verbeteren, is daarbij heel belangrijk. Planten zijn minder vatbaar als ze evenwichtig worden bemest. Van belang is ook een regelmatige groei. Maar geen enkele tuin of kwekerij is vrij van schadelijke organismen. Door ongunstige omstandigheden kunnen ze de kop opsteken, waardoor er in zeer korte tijd grote schade kan ontstaan. Om deze schade te beperken is bestrijding soms noodzakelijk.

Er zijn voor dit doel allerlei bestrijdingsmiddelen — pesticiden — op de markt. Alle middelen zijn in meer of mindere mate belastend voor het milieu. Bovendien hebben pesticiden zelden alleen effect op het organisme dat bestreden moet worden, ook nuttige organismen zullen worden gedood. Maak daarom altijd een bewuste keuze. Er kan daarbij onderscheid worden gemaakt tussen chemische en natuurlijke bestrijdingsmiddelen. Het verschil zit hem vaak niet in de effectiviteit maar in de samenstelling van de werkzame stoffen. Chemische bestrijdingsmiddelen zijn synthetisch, terwijl natuurlijke bestrijdingsmiddelen opgebouwd zijn uit natuurlijke stoffen, zoals plantenextracten en mineralen. De laatste zijn daarom vaak goed afbreekbaar. Meer informatie over de bestrijding van plagen en ziekten staat bijvoorbeeld op de website van Milieucentraal.

Als een plant erg is aangetast door bijvoorbeeld een schimmel, heeft bestrijding vaak geen zin. Zo’n plant kan beter worden verwijderd (niet op de composthoop!). Soms kan daar besmetting van andere planten mee worden voorkomen. Planten die in mindere mate zijn aangetast kunnen met een bestrijdingsmiddel worden behandeld. Uiteraard moet er voldoende tijd zitten tussen bestrijding en de oogst van het gewas.

Tip:

bestrijdingsmiddelKijk voor bestrijdingsmiddelen eens op de website van ECOstyle. Deze onderneming streeft naar het maken van producten die het milieu zo min mogelijk belasten.